Obesitas bij hond en kat.


Bij obesitas is er een dusdanige mate van overgewicht dat de gezondheid in het geding is. het is dan duidelijk meer dan alleen een esthetische kwestie, en men kan spreken van een ziekte. Helaas komt obesitas bij erg veel van onze huisdieren voor, ongeveer 40-50% van alle honden en katten! Hieronder vindt u ook de LICG bijsluiter over overgewicht bij huisdieren.

obesitas hondobesitas kat

Overgewicht is schadelijk om vele redenen:

•Ernstiger artroseklachten. Indien een dier al artrose heeft, dan zal bij obesitas het ziektebeeld sneller verslechteren om meerdere redenen. Het overgewicht een extra belasting vormen voor de gewrichten. Daarnaast komen er uit een overmaat vetweefsel bepaalde weefselhormonen vrij die ontstekingsreacties in het lichaam verergeren. De ontstekingsreactie die plaats vindt in een gewricht met artrose zal daardoor ook gestimuleerd worden, met als gevolg toegenomen pijnklachten en versnelde aantasting van het gewricht.

•Risico op diabetes mellitus type II. Bij katten met obesitas is er een duidelijk verhoogd risico op het ontstaan van suikerziekte.

•Risico op leververvetting. Bij katten met obesitas is een verhoogd risico op leververvetting. Leververvetting is een levensbedreigende stofwisselingsziekte die kan ontstaan als een kat met obesitas om wat voor reden dan ook stopt met eten.

•Grotere belasting van het hart. Het hart moet een groter en zwaarder lichaam van bloed voorzien.
Chronische ontstekingsreactie in het gehele lichaam. Zoals bij artrose al genoemd komen er bij obesitas uit de overmaat vetweefsel weefselhormonen vrij die ontstekingsreacties in het lichaam verergeren, en een algehele ontstekingsreactie in het lichaam veroorzaken.

•Altijd honger hebben. Genoemde weefselhormonen veroorzaken ook een verstoring in de behoefte aan voeding, waardoor dieren met obesitas altijd honger hebben.

•Verminderde weerstand. Een dier met obesitas is gevoeliger voor allerlei infecties.

•Urineweginfecties. Bij de kat is er bij obesitas een duidelijk verhoogd risico op urineweginfecties

•Obstipatie, Megacolon. Bij de kat is er een verhoogd risico op obstipatie (verstopping in de dikke darm) en megacolon, een aandoening waarbij verstopping van de dikke darm samengaat met een sterk verwijdde dikke darm.

•Incontinentie. Bij de hond is er bij obesitas een duidelijk verhoogd risico op incontinentie van de urine.

•Vachtproblemen. Te dikke katten kunnen hun vacht minder goed of deels niet meer verzorgen, omdat ze er niet meer bij kunnen. Dit kan leiden tot klitten van de haren en verstikken/ontsteken van de huid, met name op de achterhand.

•Diagnostiek minder eenvoudig. Hart- en longgeluiden klinken gedempt onder een dikke laag vet, en een brede buik met veel buikvet maakt aftasten van buikorganen erg moeilijk of onmogelijk.

•Narcose en operatierisico verhoogd.

Samengevat kan men stellen dat obesitas 2 belangrijke nadelen tot gevolg heeft:

•Verminderde levensverwachting.
•Verminderde kwaliteit van leven.

Hierboven een filmpje over de nadelen van obesitas bij de kat, en enkele praktische tips om er iets aan te doen.

Bepaal zelf of uw hond of kat overgewicht heeft, aan de hand van de lichaamsconditie score:

lichaamsconditiescore hondlichaamsconditiescore kat

De behandeling van obesitas is in principe simpel: minder eten en meer beweging.

Erg belangrijk is dat iedereen die betrokken is bij de verzorging van het dier goed gemotiveerd is en consequent de behandeling blijft volhouden! Er kan het beste gebruik gemaakt worden van een specifiek dieet om af te vallen.

Wij raden TROVET Weight & Diabetic dog/cat dieetvoer aan. Dit voer, dat zowel als natvoer of als brok verkrijgbaar is voor hond en kat, heeft een flink verlaagd energiegehalte, een hoog vezel- en eiwitgehalte, en een laag vetgehalte. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat het hongergevoel vermindert wordt en dat het dier kan afvallen met behoud van zoveel mogelijk spiermassa.

Bij de berekening van de voederbehoefte gaan wij uit van het streefgewicht. Hiermee berekenen wij een dagportie dieetvoer. Het is het best om deze hoeveelheid elke dag ook echt af te wegen. Het gebruik van maatbekers lijdt al snel tot onnauwkeurigheid.

Geef naast de dieetvoeding niets anders, geef als beloning wat brokjes uit de dagportie, of verklein de dagportie als u iets anders tussendoor geeft. Vertel buren, kennissen en vrienden die het dier ook regelmatig wat toestoppen dat het dier een allergie heeft en niets dan het eigen dieet mag eten. Dit is een leugentje, maar vergroot wel de kans dat het advies opgevolgd wordt.

Bij katten met obesitas is het vaak een lastig probleem om dieren af te laten vallen als er meerdere katten in huis wonen, zeker als 1 dier te dik is en de andere(n) niet. Er zijn met inzet en vindingrijkheid ook hier wel oplossingen voor te bedenken:

•Men kan elke kat 3xdaags een afgemeten portie voer geven wat ze direct op moeten eten. Eventueel kan men de katten in aparte ruimtes te eten geven. Dit vraagt wel wat gewenning als voorheen er altijd brokjes stonden.

•Men kan de bak brokjes die er voor de "andere" kat(ten) altijd staat hoog wegzetten, waar de te dikke kat niet kan komen.

•Men kan de bak brokjes die er voor de "andere" kat(ten) altijd staat wegzetten in een grote doos of hok met een opening, waar de te dikke kat niet doorheen kan.

•Hetzelfde effect kan men bereiken als men op dit hok een "petporte smartflap" kattenluikje zet. Dit is een kattenluikje dat ingesteld kan worden dat alleen dieren met een bepaald chipnummer naar binnen mogen.

smartflap

kattenspeeltje

Naast beperken van de hoeveelheid energie is meer bewegen ook belangrijk. Honden kan men vaker en langer uitlaten, vaker laten zwemmen, en meer mee spelen. Katten kan men meer in beweging krijgen met speeltjes, door met ze te spelen met een laserpen, en door speeltjes waar brokjes inzitten waarbij de kat de brokjes kan "verdienen "door het speeltje te laten rollen.

Met een tredmolen voor katten kunnen zelfs binnenkatten veel beweging krijgen!


Het gewichtsverlies moet elke 2 tot 4 weken gecontroleerd worden! Dit is zeer belangrijk om te evalueren of er voldoende effect bereikt wordt. We streven naar een gewichtsverlies van 1 tot 3 % per week bij de hond, en ½ tot 2 % per week bij de kat. Bij onvoldoende effect wordt de dagportie 10% kleiner gemaakt.

Na het bereiken van het streefgewicht kan men meestal 10 tot 20% meer van het dieet gaan geven om het dier op het gewenste gewicht te houden. Eventueel kan overgeschakeld worden op andere voeding.

Er moet uiteraard niet een terugval zijn naar het oude voedingspatroon! Bij verandering (meer of ander dieet)van de voeding moet tijdelijk wat vaker, liefst elke week, het gewicht gecontroleerd worden. Bij een stabiel gewicht kan deze frequentie worden afgebouwd naar 1 x per 1 a 2 maanden.

Een levenslange controle blijft nodig! Veranderingen in voeding, bewegingspatroon, en andere factoren maken dat een levenslange controle nodig is om te voorkomen dat het dier een terugval krijgt.