Castratie en sterilisatie.


Castratie reuCastratie katerSterilisatie teefSterilisatie poes


Castratie bij de reu.

Redenen waarom men kan besluiten om een reu te laten castreren:

 

•Dominant, agressief of hypersexueel gedrag t.o.v de eigenaar en/of andere mensen en/of andere honden.

•Overlast door loopse teven in de buurt: weglopen, janken, slecht eten.

•Voorhuidontsteking. Dit is bij ongecastreerde reuen vrijwel normaal. Ze hebben er geen last van en het kan geen kwaad. Het verlies van druppels pus uit de voorhuid kan in huis natuurlijk wel een hygiëne-probleem opleveren. Regelmatig (1-2xper week) spoelen van de voorhuid met gekookt water of een speciale voorhuidcleaner verminderd de klachten. Een castratie doet het probleem vrijwel altijd volledig verdwijnen.

•Bij werkhonden om afleiding door loopse teefjes en andere honden zoveel mogelijk te voorkomen, zodat er meer aandacht voor het werk is.

•Medische indicaties: testikeltumoren, goedaardige prostaatvergrotingen, sommige tumoren rondom de anus die kleiner worden na castratie.
paw-walk2

 

Via een kleine snee vlak voor het scrotum worden beide testikels verwijderd. Het is een relatief kleine ingreep waar de hond weinig last van heeft. Soms kan het scrotum na de operatie tijdelijk wat opzwellen, wat pijnlijk is. Dit kan onder andere gebeuren als de hond aan de wond likt, wat wondirritatie en wondinfectie oplevert. De wond kan zelfs geheel opengelikt worden. Om dit te voorkomen kunt u een kraag gebruiken of een "medical pet shirt". Als wij opmerken dat een hond tijdens de recovery (bijkomen uit de narcose) al aan de wond zit, dan doen wij meteen al een kraag om.

Omdat er behalve in de bijballen ook nog verderop in het geslachtsapparaat van de hond opslag is van zaadcellen, kan de hond na castratie toch nog een tijdje vruchtbaar zijn! Dit duurt hooguit een paar weken.

Er bestaat ook een chemische castratie. Dit is een injectie met hormonen die de werking van de in de testikels geproduceerde hormonen tegenwerkt. Hiermee kan een tijdelijk effect als van een castratie verkregen worden. Deze wordt gegeven op medische indicatie bij prostaatproblemen (als castratie nog niet noodzakelijk is), of om te kijken wat het effect van een castratie zal zijn. De werkingsduur varieert van 1 tot 2 maanden.

NB: de vruchtbaarheid wordt door deze injectie niet tijdelijk maar blijvend sterk verminderd! Dus niet doen bij fokreuen.

Naast de injectie bestaat er nu ook de chemische castratie door middel van een implantaat. Deze wordt net als een identificatiechip met een naald ingebracht, en heeft een werkingsduur van 6-9 maanden. Dit implantaat heeft -in tegenstelling tot de hormooninjectie hierboven- GEEN nadelige effecten op de vruchtbaarheid. Deze keert na afloop van de werkingsduur van het implantaat geheel terug.


Castratie bij de kater.

Redenen om katers te laten castreren:

 

•Sproeien in huis. Vanaf 6 maanden, een enkele keer iets eerder, kunnen katers gaan sproeien. Hierbij markeren ze met urine hun territorium. Het sproeien gebeurt in een typische houding: staart omhoog en recht naar achteren of zelfs iets omhoog plassen. De urine van ongecastreerde katers ruikt heel sterk de geur is moeilijk weg te krijgen.

•Ongecastreerde katers zijn vaker en langer op pad, en gaan ook verder van huis. Dit om hun territorium te verdedigen tegen andere katers, en om krolse poezen op te zoeken. Het vaker en verder ronddwalen geeft een duidelijk hoger risico op ongelukken, met name aanrijdingen.

•Vechten met andere katers, ook vanwege het territorium, vormt een groot risico op wonden en abcessen. Ook levensbedreigende virusinfecties (FIV, katten-aids) kunnen via vechtcontacten opgelopen worden.

Castratie bij de kater is een vrij eenvoudige ingreep. Het kan onder algehele verdoving, maar ook onder lichte sedatie in combinatie met lokale verdoving. Wij gebruiken de laatstgenoemde, omdat de kat dan poliklinisch behandeld kan worden en dus meteen weer mee naar huis mag. Via 2 kleine sneetjes worden de testikels verwijderd. Er zijn geen hechtingen nodig en complicaties zijn zeer zelden. Castratie bij de kater doen wij meestal als ze 6 tot 7 maanden oud zijn. Als ze eerder beginnen met sproeien zo snel mogelijk, want sproeien wordt snel gewoontegedrag.

 


Sterilisatie bij de teef

Teven worden voor het eerst loops vanaf de leeftijd van 7 tot 14 maanden. De kleine rassen zijn hierbij eerder loops dan de grote rassen. Gemiddeld wordt een teef daarna 2x per jaar loops, en dit blijft normaal geproken tot het einde van de levensduur doorgaan. Sommige teven kunnen vaker of minder vaak dan 2x per jaar loops worden, maar als dit regelmatig is, dan is dit voor deze teef normaal.

De loopsheid (periode met uitvloeiing) duurt ongeveer 3 weken, en het middelste deel daarvan is de meest vruchtbare.

Redenen om een teef te steriliseren:

•De loopsheid zelf geeft ongemak door uitvloeiing, neiging tot weglopen, kans op ongewenste dekking, overlast van opdringerige reuen. De mate van ongemak door deze zaken varieert sterk per dier.

•Schijdrachtigheid kan enkele weken na afloop van de loopsheid optreden. Het ontstaat door plotseling wisselende concentraties van geslachtshormonen. Klachten zijn: gezwollen melkklieren, er kan zelfs melk uitkomen, slechte eetlust, verzamelen van speelgoed, poppen e.d. die ze in de mand legt als "surrogaat-puppies".
Als behandeling moet men de dieren veel beweging en andere afleiding geven, eventueel de melkklieren koelen met kamferspiritus. Er bestaat ook een behandeling met hormonen die de klachten goed onderdrukt. Als een dier eenmaal schijnzwanger is, dan is de kans groot dat dit na elke loopsheid terugkomt. De laatste tijd is duidelijk geworden dat schijnzwangerschap het risico op melkkliertumoren op oudere leeftijd vergroot.

•Niet gesteriliseerde teven hebben ten opzichte van jong gesteriliseerde teven (d.w.z. na de eerste loopsheid en niet later) een vergroot risico om op oudere leeftijd melkkliertumoren te ontwikkelen. Hoe vaker een dier loops is geweest, hoe groter de kans op deze tumoren. Als de prikpil (anti-loopsheidinjectie) wordt gegeven dan wordt dit risico nog groter. Ook het risico op baarmoederontsteking wordt groter door de prikpil. Deze vorm van anticonceptie bij de hond raden wij daarom niet aan.

•Voor alle duidelijkheid: gesteriliseerde honden kunnen op latere leeftijd nog steeds melkkliertumoren krijgen, maar als ze na de eerste loopsheid gesteriliseerd worden is het risico hierop een stuk kleiner. Mochten deze gezwellen toch ontstaan dan is het altijd het beste om deze zo snel mogelijk te laten verwijderen en te laten opsturen voor pathologisch onderzoek. Dit laatste is om te kijken of ze goedaardig of kwaadaardig zijn, wat van belang is voor de prognose en verdere behandeling.

•Niet gesteriliseerde teven van middelbare leeftijd krijgen relatief vaak last van een baarmoederontsteking.
Hierbij behorende klachten zijn: veel drinken en plassen, slechte eetlust, braken, vermageren, sloomheid, eventueel uitvloeiing. De behandeling bestaat uit alsnog steriliseren in combinatie met medicijnen. Verschil met jong steriliseren is dat we dan een ouder en ziek dier moeten opereren, wat een verhoogd narcoserisico betekent. Een gesteriliseerde hond kan geen baarmoederontsteking meer krijgen!

•Jong steriliseren geeft een beduidend kleiner risico op suikerziekte op oudere leeftijd, want de geslachthormonen die door de eierstokken geproduceerd worden hebben een effect op de bloedsuikerspiegel. Niet gesteriliseerde teven die suikerziekte ontwikkelen moeten alsnog gesteriliseerd worden, anders is de suikerziekte niet goed te reguleren.

•Bij werkhonden kan het gewenst zijn om te laten steriliseren, om overlast tijdens de loopsheid of door gedragsveranderingen in de periode aansluitend aan de loopsheid (onzekerheid), te voorkomen.
paw-walk2

sterilisatie-hond

 

De operatie is eigenlijk geen sterilisatie, maar een castratie, omdat beide eierstokken verwijderd worden. (bij een echte sterilisatie zouden alleen de eileiders afgebonden worden, maar dan blijft de hond loops worden) Het beste tijdstip voor de operatie is 2 tot 3 maanden na de eerste loopsheid. (het steriliseren voor de eerste loopsheid staat momenteel ter discussie omdat dit het risico op melkkliertumoren verder verkleint) Op dat moment zijn de baarmoeder en de eierstokken in een rustfase en minder doorbloedt.

 

Op de foto een net gesteriliseerde teef. Door de kleine incisie en subdermale hechttechniek geneest het dier zeer voorspoedig!

 

De baarmoeder zelf wordt afhankelijk van de conditie ervan wel of niet verwijderd bij de operatie. Omdat een gezonde baarmoeder vrijwel nooit problemen zal geven als de eierstokken verwijderd zijn laten wij deze ook vaak zitten. De snee bij deze ingreep zit aan de onderkant van de buik, vlak achter de navel, en is vrij klein als de ingreep zonder complicaties verloopt. Standaard geven wij voor nog 3 dagen pijnstillers mee, en op de dag van de operatie een injectie met pijnstiller.

De meeste dieren hebben vrij weinig tot geen last van de wond omdat wij honden steriliseren via een zeer kleine incisie, en gebruik maken van subdermale (onderhuidse) hechttechnieken, dus zonder uitwendige hechtingen. Hierdoor knappen ze snel weer op na de operatie. U moet voorkomen dat de hond veel aan de wond likt, door gebruik van een kraag of een "medical pet shirt", omdat anders de wond geïnfecteerd raakt.

Operatie via laparoscopie.

Een vrij nieuwe manier om teefjes te steriliseren is via laparoscopie. Hierbij wordt via 3 kleine incisies ( een voor de scoop en 2 voor instrumenten) de teef geopereerd. Voordelen zouden zijn dat deze ingreep minder belastend is omdat de incisie kleiner is en omdat er niet aan de ophangbanden van de eierstokken hoeft te worden getrokken.

Wijzelf hebben onze twijfels of deze voordelen zwaar wegen. Dit omdat wij een grote hond kunnen steriliseren via een operatiewondje van 6cm (tenzij er complicaties zijn, maar dan moet een laparoscopisch geopereerde teef waarschijnlijk ook ruim opengemaakt worden).
Wat is minder belastend: 3 wondjes van 1.5cm, of 1 wond van 6 cm? Gaat pijnervaring per cm of per wond? De waarheid zal wel in het midden liggen. Onze ervaring is dat "traditioneel" geopereerde dieren zeer snel herstellen. Het trekken aan de ophangbanden is wel een verschil, maar dit gebeurt uiteraard tijdens de operatie, als het dier onder algehele narcose is.

Samengevat is onze mening dat sterilisatie via laparoscopie een prima en elegante methode is, maar geen duidelijke voordelen biedt.

Nadelen van een sterilisatie:

Sommige honden, met name de grote rassen, zijn gevoelig voor incontinentie. Het wegvallen van de geslachthormonen na sterilisatie geeft na verloop van tijd een verminderde spierspanning op de blaashalskringspier, met incontinentie van urine tot gevolg. Dit kan soms al vrij snel na de operatie optreden, en soms pas na jaren.

Deze vorm van incontinentie is met medicijnen over het algemeen goed te behandelen, maar deze behandeling is blijvend voor de rest van het leven. Gevoelige rassen voor incontinentie zijn: Boxer, Dobermann, Dwergpoedel, Bobtail, Weimaraner, Riesen Schnauzer, Rottweiler, Bouvier, en de Ierse Setter.

Sommige rassen met een zijde-achtige vacht kunnen een wat andere vachtstructuur krijgen. De vacht wordt dan wat dikker en krulliger, moeilijker te onderhouden, en ziet er minder glanzend uit. Voorbeelden van rassen waarbij dit voorkomt zijn Cocker spaniëls, Afghaanse Windhond, New Foundlanders, Ierse setters, en langharige teckels.

Honden worden na sterilisatie wat makkelijker te dik. De hoeveelheid voeding en beweging moet vaak wat aangepast worden om overgewicht te voorkomen.


Sterilisatie bij de poes.

Poezen worden krols ongeveer vanaf de leeftijd van 6 maanden. Omdat de krolsheid beinvloed wordt door de daglichtduur kan er een seizoenseffect optreden: uitstel van de eerste krolsheid tot het voorjaar, of vaker krols zijn in voorjaar en zomer. In huis levende katten hebben minder invloed van dit seizoenseffect, en kunnen het hele jaar door krols worden.

De verschijnselen bij krolsheid variëren nogal. Soms wordt alleen aanhankelijker gedrag opgemerkt, soms veel en luid miauwen en over de vloer rollen.Uitvloeiing is bij de kat zeer gering en wordt meestal niet opgemerkt. De krolsheid duurt ongeveer 8 dagen. Na 2-3 weken kan de poes echter alweer opnieuw krols worden.

Redenen om de poes te laten steriliseren:

•Ongemak tijdens de krolsheid door gedragsveranderingen.

•Groot risico op ongewenste dekking als de poes buitenkomt.

•Voorkomen van een kattenoverschot. De asiels zitten helaas nog steeds vrij vol.
Vermindering van het risico op melkkliertumoren.

•Net als bij de hond is het risico op deze gezwellen kleiner als de kat jong gesteriliseerd wordt. Omdat melkkliertumoren bij de kat meestal kwaadaardig zijn is dit een belangrijk voordeel van sterilisatie.

•Net als bij de hond geldt dat hoe vaker de poes krols is geweest of hoe langer de poezenpil is gegeven, hoe groter het risico op melkkliertumoren wordt. De poezenpil geven raden wij daarom sterk af. Geef deze hooguit enkele maanden.

twisterensparrow14weken014

De sterilisatie is eigenlijk een castratie, omdat de eierstokken worden verwijderd. Tevens wordt de baarmoeder geheel of deels verwijderd. De meeste katten hebben niet lang last van de operatie, en zijn na enkele dagen weer de oude. Ook bij de kat maken wij een zeer kleine incisie (1,5 - 2cm), en gebruiken wij een subdermale hechttechniek, dus zonder uitwendige hechtingen. Uiteraard moet de wond voldoende rust krijgen om te genezen. Als de poes er veel aan likt moet een kraag omgedaan worden (of een medical pet shirt). Dit is gelukkig niet standaard nodig.

Het beste tijdstip voor sterilisatie is kort (1 week) na de eerste krolsheid, of als de poes vanaf 6 maanden op de poezenpil staat om ongewenste dekking te voorkomen op de leeftijd van 7 maanden. (Het steriliseren voor de eerste krolsheid staat momenteel ter discussie, omdat dit het risico op melkkliertumoren verder verkleint)