Allergie bij hond en kat.


Net als bij mensen komen ook bij honden en katten geregeld allergieën of overgevoeligheidsreacties voor. Een allergie is een buitensporige afweerreactie van het lichaam op relatief onschadelijke stoffen uit de omgeving. In de meeste gevallen uit een allergie bij uw huisdier zich in jeuk en roodheid van de huid.

Verschillende voorkomende allergieën zijn:

•Vlooienallergie: overgevoeligheidsreactie op het speeksel van de vlo na een vlooienbeet.
•Voedingsallergie: overgevoeligheid voor bepaalde eiwitten in de voeding.
•Atopie: allergische reactie op stoffen die ingeademd worden, zoals pollen.
•Contactallergie: overgevoeligheidsreactie op direct contact van de stof met de huid.
•Geneesmiddelenallergie: overgevoeligheid voor medicijnen.


Vlooienallergie:

Vlooienallergie veroorzaakt vooral jeuk en kaalheid, roodheid van de huid en korstjes op de achterste helft van de rug tot de staartbasis. Bij een allergische hond of kat is één vlooienbeet in de week voldoende om deze klachten te veroorzaken. Uw dier hoeft hiervoor dus niet onder de vlooien te zitten!

Bij een vlooienallergie is een zeer goede vlooienbestrijding het belangrijkste om de problemen onder controle te krijgen en daarna verder te voorkomen. Dit betekend alle huisdieren behandelen en het hele jaar door een goed vlooienbestrijdingsmiddel gebruiken.

Als er vlooien zijn ook het huis behandelen met een geschikte omgevingsspray! Verreweg het grootste deel van de vlooienpopulatie, bestaande uit eieren, larven, poppen en volwassen dieren, zit in de omgeving (het huis), en niet op het dier. De volwassen vlooien op het dier zijn slechts het topje van de ijsberg! (zie: vlooien informatie)

Bij veel last van jeuk en huid zal uw dier in eerste instantie ook medicatie tegen de allergische reactie en de jeuk krijgen, en zonodig antibiotica tegen secundaire bacterieële infecties. Ook zijn er voedingssupplementen die de weerstand van de huid (die bij allergie aangetast is) te versterken (zie de informatie hierover bij atopie)

 


Voedingsallergie:

Dieren kunnen allergisch zijn voor bestanddelen uit de voeding. Dit betreft normaliter de eiwitten in de voeding. Een voedingsallergie kan diarreeklachten veroorzaken, maar in de meeste gevallen is jeuk het probleem. De huidklachten kunnen over het hele lichaam optreden, meer of minder uitgebreid.

Voedingsallergieën komen bij huisdieren minder vaak voor dan atopie en vlooienallergie. Om een voedingsallergie vast te stellen of uit te sluiten is een eliminatiedieet nodig. Dit betekent dat u uw huisdier 6-8 weken een speciaal dieet moet geven, waarbij het dier niets anders mag eten. Ieder koekje, kluifje of stukje kaas kan het effect van het dieet helemaal teniet doen. Het lukt alleen maar als u zeer streng bent hiermee en het dier ook buiten/elders niets op kan eten.

Het eliminatiedieet kan zelfgemaakt of kant en klaar zijn. Een zelfgemaakt dieet bestaat uit één eiwitbron en één koolhydraatbron, meestal gekookte rijst. De eiwitbron is een vleessoort die het dier nog nooit gegeten heeft. Denk bijvoorbeeld aan geit of struisvogelvlees. In de praktijk hebben we speciaal hypoallergeen dieetvoer waarvan alle eiwitten gesplitst zijn in kleine stukjes, die geen allergische reactie meer oproepen.

Na 6-8 weken wordt beoordeeld in hoeverre de klachten verbeterd zijn of niet. Bij een goede verbetering van de jeuk en de huidklachten is een voedingsallergie zeer waarschijnlijk. U kunt uw huisdier daarna op hypoallergeen voer houden of voorzichtig gaan proberen met kleine veranderingen in de voeding om te achterhalen waar uw dier allergisch op reageert en zo een geschikt dieet samenstellen.

Ook bij voedingsallergie kan het nodig zijn om naast het dieet tijdelijk medicatie tegen de jeuk te geven, of antibiotica tegen secundaire bacterieële huidinfecties. Ook zijn er voedingssupplementen die de weerstand van de huid (die bij allergie aangetast is) te versterken.
(zie de informatie hierover bij atopie)


Atopie:

Een atopie of inhalatieallergie wordt veroorzaakt door een allergische reactie op stoffen uit de omgeving zoals graspollen, huisstofmijt, huidschilfers van andere dieren of van mensen. Bij de hond en de kat uit deze allergie zich in jeuk en huidklachten, vooral aan kop, oren,poten, oksels ,buik en liezen. Vaak treedt hierbij secundair een bacteriële ontsteking van de huid op.

Soms treden de klachten seizoensgebonden op. Vaak is het vermijden van de allergenen moeilijk tot onmogelijk.

 

Behandeling van atopie bestaat uit:

•Anti allergische behandeling met hyposensibilisatie, of met medicijnen (corticosteroïden, cyclosporine of apoquel)
•Ondersteunende behandeling: essentiële vetzuren, vochtinbrengende shampoo, oorzalf, locaal corticosteroïden.
•Anti-microbiële behandeling: bij secundaire infecties met bacteriën en/of gisten(Malassezia)  moet deze apart behandeld worden met medicinale shampoo en/of antibiotica.
(Bovengenoemde punten worden hieronder besproken)

 

ontsteking tussen de tenen

 

Ontsteking tussen de tenen, in dit geval ten gevolge van atopie.

Hyposensibilisatie bij atopie:

Er is een bloedtest mogelijk waarbij door middel van bloedonderzoek een groot aantal allergenen getest worden. Als duidelijk is voor welke allergenen, vaak meerdere, uw dier allergisch is, kan een behandeling door middel van hyposensibilisatie overwogen worden.

Bij hyposensibilisatie krijgt het dier veelvuldig gedurende langere tijd injecties met een verdunde oplossing van de stoffen waar hij allergisch voor is. Hierdoor wordt hij als het ware ongevoeliger gemaakt voor deze stof. Bij 70 % van de honden slaat deze behandeling aan en verminderen de klachten.

Het effect van hyposensibilisatie laat 6-9 maanden op zich wachten, dus hiervoor is veel geduld nodig! Aangezien een atopische hond er levenslang baat bij heeft, is dit zeker de moeite waard.

Bij heftige jeukklachten is een tijdelijke behandeling met ontstekingsremmende medicijnen nodig, want dan is zoveel maanden veel te lang om af te wachten.

 

Medicijnen bij atopie:

De jeukklachten en ontstekingen in de huid bij atopie moeten afgeremd worden  met corticosteroïden, cyclosporine of apoquel.

Corticosteroïden hebben echter veel bijwerkingen en zijn daardoor voor langdurig gebruik niet zo veilig. Indien toch langdurige behandeling hiermee wordt overwogen dan is het wenselijk om de dosering op effect af te bouwen naar een zo laag mogelijk dosering die om de dag gegeven wordt.

Cyclosporine (Atopica®) heeft veel minder bijwerkingen, maar is vrij duur. Aangezien een hond met atopie een levenslange behandeling nodig heeft zijn dit zeker factoren die meegewogen moeten worden.

Apoquel® is een vrij nieuw diergeneesmiddel wat een uitstekende jeukremming geeft zonder de bijwerkingen van prednison.

 

Ondersteunende behandeling bij atopie:

Honden met atopie hebben een verminderde weerstand van de huid. Dit komt door een afwijkende samenstelling van de in de huid aanwezige vetzuren. Bacteriën en gisten kunnen daardoor gemakkelijker de huid infecteren en daardoor het huidprobleem nog erger maken.

Als de huidklachten erger worden ondanks de behandeling is zo'n infectie meestal de oorzaak, en deze moet apart behandeld worden. Ook allergenen (de stoffen die de allergie opwekken) kunnen de huid gemakkelijker passeren bij atopische honden.

De huidweerstand kan worden verbeterd met essentiële vetzuren, hiermee is de bovengenoemde afwijkende vetzuursamenstelling van de huid te verbeteren. Dit kan in de vorm van voedingssupplementen (Doils Skin Visolie®, Renske huid en vacht®), aangepaste voeding (Royal Canin Skin Care), of met een op de huid aan te brengen product (Allerderm spot-on®).

Daarnaast kunnen vochtinbrengende shampoos (Allercalm®) de conditie van de huid verbeteren omdat de afwijkende huid sneller uitdroogt.

Oorzalf kan nodig zijn om de bij atopische honden frequent optredende oorontstekingen te behandelen.

Locale behandeling (creme) met corticosteroïden kan helpen om de jeukklachten tot een acceptabel niveau te verminderen zonder de nadelen van systemische behandeling met corticosteroïden.

 


Hierboven een filmje over het hoe en waarom van huidverzorging bij allergische honden. Ook specialisten geven aan dat de ondersteunende therapie ESSENTIEEL is!

Anti-microbiële behandeling bij atopie:

Zoals hierboven vermeldt krijgen honden met atopie door een verminderde weerstand van de huid frequent secundaire huidinfecties met bacteriën en/of gisten. Meestal zijn dit infecties door bacteriën die normaal al op de huid aanwezig zijn (Staphylococcus Pseudo-intermedius). Deze infecties moeten apart behandeld worden, naast de anti-allergische behandeling en de ondersteunende behandeling.

 

Bij oppervlakkige bacteriële infecties kan vaak volstaan worden met een behandeling met medicinale shampoo. Bij diepere infecties zijn ook antibiotica nodig. Gisten worden behandeld met medicinale shampoo (Dermasezia®).

 

Wat er aan behandeling nodig is wordt bepaald door microscopisch onderzoek van huidpreparaatjes, die wij vrij snel in eigen laboratorium kunnen kleuren en bekijken. Het effect van de therapie zal altijd moeten worden beoordeeld tijdens een controle consult. Bij afwijkende bevindingen bij microscopisch onderzoek of bij terugkerende/niet verbeterende bacteriële huidinfecties is ook een bacteriologisch onderzoek nodig inclusief gevoeligheidsbepaling.

Managen van de hond met atopie:

De behandeling van de hond met atopie is maatwerk. Dit komt omdat de jeukopwekkende factoren (mate van allergische overgevoeligheid, aanwezigheid van allergenen, bacteriën, gisten, overige factoren als warmte, vocht, stress, hormonen, vlooien) bij verschillende patiënten in wisselende mate aanwezig zijn.

Een effectieve behandeling zal zich op meerdere jeukopwekkende factoren moeten richten om alle jeukprikkels dusdanig te verlagen dat de hond onder de "jeukdrempel" komt. Aangezien de jeukopwekkende factoren bij eenzelfde patiënt ook nog kunnen variëren in de tijd, is het vaak ook nodig om de ingestelde therapie bij te stellen.

U moet zich realiseren dat de behandeling levenslang nodig is.


Contactallergie:

Veel minder vaak komt een contactallergie voor.
Hierbij ontstaat de allergische huidreactie door direct contact van de huid met de veroorzakende stof. Voorbeelden hiervan zijn schoonmaakmiddelen, wasverzachters, shampoo, vlooienband etc.

Door goed observeren en uitproberen kan men deze stoffen achterhalen en in het vervolg vermijden.


Geneesmiddelenallergie:

Een geneesmiddelenallergie is een allergische reactie op bepaalde geneesmiddelen, zoals antibiotica. Dit komt vrij zelden voor, maar kan wel vrij heftige reacties geven.


Secundaire bacterieële huidinfecties:

Niet alleen bij atopie, maar bij alle allergieën met huidklachten kunnen makkelijker huidinfecties ontstaan. Als een dier met huidklachten en jeuk de praktijk binnenkomt zal het vaak niet meteen duidelijk zijn wat hiervan de achterliggende oorzaak is. Veel huidaandoeningen en verschillende allergieën kunnen namelijk hetzelfde beeld veroorzaken: roodheid, kaalheid, korstjes, wondjes, open plekken, bultjes en puistjes.

Een groot deel hiervan wordt veroorzaakt door likken en bijten als gevolg van de jeuk. Vaak is de huid ontstoken geraakt door het likken en bijten en doordat de beschadigde huid minder weerstand biedt tegen bacteriën. We spreken dan van een secundaire bacteriële infectie. Deze wordt behandeld met antibiotica en/of medicinale shampoo. Altijd wordt aan het einde van de kuur gecontroleerd of de ontsteking inderdaad verdwenen is.

Soms is een langere kuur nodig om de ontsteking geheel te bestrijden. Stopt men te snel met de behandeling, is de kans groot dat de klachten snel terugkeren.

 

secundairen bacteriele huidinfectie

 

Roodheid en secundaire bacteriële huidinfectie

Regelmatig controleren.

Niet alleen het effect van een antibioticumkuur op een secundaire bacteriële infectie moet gecontroleerd worden, maar ook het effect van de overige medicatie en eventuele dieetvoeding moet geëvalueerd worden. Regelmatige controles zijn essentieel om deze huidproblemen onder controle te krijgen.

Daarnaast moet u realiseren dat een allergie levenslang aanwezig blijft, dus ook als de huid weer gezond is, moet de patiënt levenslang behandeld worden.

Hoe uitgebreid deze behandeling is hangt af van de mate en soort van allergie.  Omdat in eerste instantie vaak niet duidelijk is wat voor allergie de oorzaak is van de huidklachten kan het zijn dat de ingestelde behandeling onvoldoende effect heeft. Dit is natuurlijk teleurstellend en kan voor u reden zijn om een andere dierenarts te consulteren. Dat is echter onverstandig, omdat het effect van de behandeling, ook al is dit niet voldoende, ons weer meer informatie geeft waarmee wij de behandeling beter op de patiënt kunnen afstellen.

Wij werken volgens een protocol: logisch en stapsgewijs wordt een behandeling gestart en geëvalueerd, en op basis van effect aangepast. Dit verloop is verstoord als u een andere dierenarts consulteert, en dat kan er toe leiden dat het veel langer duurt tot de klachten onder controle komen.

Wat de diagnostiek en behandeling soms nog lastiger maken is als 2 vormen van allergie tegelijk aanwezig zijn. Zo komen wij de combinatie voedingsallergie + atopie wel eens tegen.

Vlooienbestrijding.

Behalve de behandeling van de onderliggende allergie en de secundaire infectie is altijd een goede vlooienbestrijding belangrijk!
Ook als het dier geen vlooienallergie heeft, veroorzaken vlooien wel jeuk en meer bijten en likken. Hierdoor verergeren de klachten. Allergische dieren hebben als het ware een "verlaagde drempel" voor jeuk.